Koeien met bulten in de Houtsaegerduinen

Zeboes werden ongeveer 10.000 jaar geleden in India gedomesticeerd. Ondertussen zijn er ongeveer 75 rassen. In Zuid-Azië en Afrika worden ze gebruikt als werkdier. Je kan ze gemakkelijk herkennen aan de vetbult op hun rug, de halskwab en eventueel de afhangende oren.

Waarom zeboes in de Houtsaegerduinen?

Net als andere Europese koeien (Bos primigenius taurus) gaan Schotse hooglandrunderen graag volledig in een drinkpoel om te drinken. In de zomer gaan ze er ook graag in om af te koelen en doen er dan ook wel eens hun behoefte.
Aangezien er in de Houtsaegerduinen maar enkele poelen zijn, is het niet aangewezen om er Hooglanders in te zetten. Een zeboe daarentegen drinkt zoals paardachtigen: vanop de rand van de poel. De zeldzame kamsalamander zal dus wel varen bij dit propere water!

Zeboes kunnen hogere temperaturen en droogte ook goed verdragen omdat ze meer zweetklieren hebben dan Europese runderen. De grote bult in hun nek is een voorraad vet voor als er weinig eten is. Eigenschappen die ze goed kunnen gebruiken in de ingesloten droge Houtsaegerduinen.
Ze zijn ook beter bestand tegen een vochtig klimaat en tropische ziekten. Iets waar we met de klimaatverandering ook wel rekening mogen mee houden.

Samen met de ezels dragen zeboes bij aan het ‘graasboetseren’ van een mooie mozaïek van struweel en graslanden dat de Houtsaegerduinen te bieden heeft. Als het te koud wordt of bij te weinig voedsel, komt de eigenaar ze tijdelijk terughalen. Zeboes worden op die manier al enkele jaren ingezet in andere Belgische natuurgebieden, en met mooie resultaten.